Onderwerp: Bericht van de bevelhebber der zeestrijdkrachten.
Nu als gevolg van de in aantal en omvang steeds toenemende Indonesische invallen op U een beroep moet worden gedaan tot meer dan gewone dienstvervulling op velen zelfs tot uiterste krachtinspanning, acht ik het gewenst, dat ik persoonlijk U allen in een voorlichtingsbulletin nog eens uiteenzet, waarom deze opofferingen van U gevraagd worden.
Nederland's aanwezigheid in Nederlands Nieuw-Guinea dient uitsluitend om de bevolking zo snel mogelijk op te voeden tot zij in staat zal zijn haar eigen lot te bepalen. Dit is het recht van zelfbeschikking dat ieder volk toekomt, dat in plechtige uitspraken van de VN is bevestigd en door Nederland herhaaldelijk uitdrukkelijk aan de papoea's is toegezegd.
Aan deze beloften kan, noch wil de Nederlandse Regering zich onttrekken. Bovendien brengt Nederlands verantwoordelijkheid als door de VN erkende beherende mogendheid eveneens de verplichting mee de bevolking te beschermen, ook tegen aanvallen van buiten.
Indonesië meent aanspraken op Nederlands Nieuw-Guinea te hebben, het weigert echter deze te onderwerpen aan Internationale rechtspraak. De Indonesische pogingen om door aktie in de VN deze aanspraken te verwezenlijken zijn mislukt. Dit land tracht thans door militair geweld en de dreiging daarmee dit gebied in zijn bezit te krijgen, zonder met de wil of de belangen van de bevolking rekening te houden.
Als de papoea's gebruik makende van het recht van zelfbeschikking, vrijelijk aansluiting bij Indonesië, zouden kiezen, zou Nederland deze keuze aanvaarden. Zolang het recht van de bevolking eigen lot te bepalen niet op andere wijze is gewaarborgd, rust op Nederland de plicht haar en ook de Nederlanders en anderen die in Nederlands Nieuw-Guinea verblijven te beschermen.
De tijd is voorbij dat over volkeren beschikt werd, alsof zij koopwaar waren.
Dit is een eerlijke, goede en onzelfzuchtige zaak. Die waard is, dat wij ons daarvoor volledig inzetten. Het is een strijd niet om materiele belangen, maar uit motieven uit eer en geweten. Overigens stelt de regering alles in het werk om op vreedzame wijze een rechtvaardige oplosssing van het geschil met Indonesië tot stand te brengen.
Biak, 25 mei 1962
de eerste officier