In blauw ,,gouvernementsgevangenpak"wachtten onder de palmen van het koraaleiland Woendi enkele tientallen gevangenen, onder bewaking van soldaat Cees Veerman uit Volendam.De Indonesiërs worden gecommandeerd door,,sersan-major", Toekidjo (tweede van links), een 25 jarige uit Djakarta , die als para-commando op Waigeo was geland.
Misschien het meest opvallend van het gevangenkamp op Woendi is het weervinden van oude kennissen aan beide zijden van het prikkeldraad. Reeds op zijn vlucht als gevangene in een Nederlandse luchtmachtdakota van Kaimana naar Biak herkende Diauw Ferdinand Torar( 43 jaar), oud -telegrafist in het 20ste squadron van de Militaire Luchtvaart van het KNIL en bij het Indisch bedrijf van de KLM, in de stuurhut een vroeger bemanningslid: vlieger sergeant-majoor Stoffee, met wie hij vele vluchten boven Indonesië had gemaakt.
,,De Nederlanders en de Indonesiërs moeten maar weer gauw vrienden worden".
Korporaal Dom Pas van de Tentara Pajong, het Indonesische Parachutistenleger is Menadonees(34 jaar, vrouw en 3 kinderen in Bandoeng), was voor de soevereiniteitsoverdracht ingedeeld geweest bij de compagnieën Luchtvaarttroepen rond de vliegbasis Kalidjati.Leeft Kapitein De Boer nog? vroeg hij gretig.
13 sprongen;
Dom Pas schaamde zich niet.,,Als soldaat moet je vechten,"verklaarde hij. Het is mijn broodje. Hij had 13 sprongen gemaakt voordat hij boven Nieuw-Guinea neerstreek. In zijn streek opereerde de fanatieke Indonesische commandant, die zijn mensen neerschiet als zij niet willen vechten,,Mijn commandant 2e luitenant Herroe uit Java, dreigde alleen met doodschieten als wij zijn bevelen niet opvolgden. Maar zijn opdracht was: niet schieten op de Hollanders. Als die naderbij komen moeten wij vluchten. Bij de Papoea bevolking eisten wij vruchten uit hun tuinen.Zij deden erg vriendelijk. Maar beseften later pas dat zij de Hollanders gingen waarschuwen. Zo zijn we grepen.
De telegraaf van Dinsdag 19 juni 1962 , door Otto Kuijk.