De Amerikaanse oud-ambassadeur in India Ellsworth Bunker wordt genoemd als de derde man bij het vooroverleg tussen Nederland en Indonesië, dat naar het heet op 20 maart in een plaatsje bij Washington zal beginnen. Officiële bevestiging van dit bericht is echter niet te verkrijgen , evenmin als over de datum en plaats van besprekingen.
Wel is in kringen van de Nederlandse ambassade in Washington gezegd, dat thans overeenstemming is bereikt over de persoon van de derde partij en dat de besprekingen nu zeer binnenkort in de VS zullen beginnen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag wilde hierover echter geen mededeling doen.
De heer Ellsworth Bunker is 66 jaar oud. Na zijn studiejaren (econoimie en geschiedenis) was hij tot 1961 in het bedrijfsleven werkzaam. Onder president Truman werd hij toen ambassadeur van de VS in Argentinië.
Eeen jaar later ging hij in gelijke functie naar Rome en na een onderbreking van vier jaar als president van het Amerikaanse Rode Kruis, werd de heer Bunker in 1956 tot ambassadeur in New Delhi benoemd. Deze functie vervulde hij tot 1961.
Wie de vertegenwoordigers van Nederland en Indonesië bij het vooroverleg zullen zijn is tot nu toe evenmin officieel bekend gemaakt. In Den Haag houdt men het er echter op dat dr. J.H. van Roijen Nederland en de heer Adam Malik (ambassadeur in Moskou) Indonesië zal vertegenwoordigen.
SMALDEEL V
Het heeft in Den Haag de aandacht getrokken, dat de bekendmaking van de reis voor vlagvertoon van vier Nederlandse marineschepen naar landen langs de Grote Oceaan weinig of geen Indonesische reacties heeft uitgelokt, althans niet in het openbaar.
De vier schepen, twee jagers en twee onderzeeboten, zullen behalve Vancouver in Canada en Acapulco in Mexico, waarschijnlijk ook een haven in Peru en Valparaiso in Chili aandoen.
Men meent in Den Haag dat deze verplaatsing van de vier marineschepen naar gewesten die dichter bij Nieuw-Guinea liggen, slechts een deel is van het compromis waartoe minister Visser begin van deze week in de ministerraad bereid is gebleken.
Zoals bekend achtte de minister maatregelen ter versterking van de verdediging van Nieuw-Guinea noodzakelijk ter afweer van een eventuele Indonesische aanval en ter handhaving van de orde en rust op Nieuw-Guinea.
Door de vlagvertoonreis langs de westkust van het Amerikaanse continent blijven de marineschepen dicht genoeg bij Nieuw-Guinea om snel ter plaatse te kunnen zijn. Naar het schijnt zijn de militaire deskundigen van mening, dat dit een redelijke maatregel voor de bescherming tegen een aanval is.
WEINIG NUT
Voor het handhaven van de orde op Nieuw-Guinea zouden de schepen echter van weinig of geen nut zijn. Daarvoor zou het overbrengen van troepen ( mariniers en landwacht ) nodig zijn. Ook voor de bestrijding van Indonesische infiltraties acht minister Visser deze troepen echter nodig.
Men meent nu in Den Haag dat de bewindsman zich voorlopig heeft neergelegd bij het voortbestaan van de huidige toestand. Dat zou zijn gebeurd op grond van van toezeggingen van Amerikaanse zijde, dat onder bepaalde omstandigheden niets in de weg zou worden gelegd aan troepentransporten naar Nieuw-Guinea.