Weer infiltraties aan zuidkust N-Guinea
BOMMEN NABIJ NED. VAARTUIG
Maandag 26 maart 1962
van onze correspondent te Hollandia
De Indonesische aanvallen op Nieuw-Guinea zijn vorige week begonnen met infiltraties op het eiland Waigeo, een eiland ten westen van de Vogelkop, zo meldde zondag de bevelhebber der Nederlandse strijdkrachten op Nieuw-Guinea, Schout bij nacht L. E. H. Reeser.
De meldingen over infiltraties kwamen van de plaatselijke bevolking. Onmiddellijk zijn van Nederlandse zijde militaire maatregelen getroffen om de invasie op Waigeo, die van zeer kleine omvang bleek, te neutraliseren.
Zaterdag deed een Indonesische schoener een poging om door te dringen tot zuid-Nieuw-Guinea in de omgeving van Vlakke Hoek waar in januari een Indonesische motortorpedoboot door de Koninklijke Marine de grond werd ingeboord.
ONDERSCHEPT
Nog voordat de schoener de kust kon bereiken, werd hij ontdekt door een patrouillerende ,, Neptune" van de Marine Luchtvaart Dienst. Wat zich verder heeft afgespeeld wordt door het marinecommando in Hollandia laconiek samengevat met het woord ,, onderschept ". De infiltratiepoging werd verijdeld.
Zondagmiddag vond het ernstigste incident plaats in de serie militaire aanvallen van Indonesische zijde.
Zes Nederladse marinemannen vormden de bemanning van het landingsvaartuig van het type L. C. P. R ( landing craft personnel regional ) dat rond dobberde in de baai van het meest westelijk gelegen eilandje Gag.
Het eiland wordt slechts door enkele Papoea's bewoond. Papoea's van het eiland Waigeo hebben op het kleine Gag voedseltuinen aangelgd. Het kleine landingsvaartuig bracht een routinebezoek aan Gag, dat reeds in 1952 van Indonesische infiltraties te lijden had.
BOMMEN
Tot hun grote ontsteltenis zagen de mariniers uit de helblauwe tropenlucht plotseling enkele zware vliegtuigen neerdalen. Het naderbij komend geronk deed eerst vermoeden dat het hier om Nederlandse toestellen ging. Maar plotseling maakten zich bommen los van de aangierende toestellen. De bom-scherven van de bijna treffers troffen het scheepje op verschillende punten. Er brak brand uit, maar het schip bleef drijvende. De zes mannen poogden zoveel mogelijk dekking te zoeken. De optrekkende vliegtuigen werden door de mariniers herkend als B-25 ,, Mitchells" die in 1949 bij de sovereiniteitsoverdracht door de Militaire Luchtvaart van het KNIL zijn overgedragen aan de AURI, de Indonesische Luchtmacht.
GEWONDEN
De toestellen zijn ongeveer 18 jaar oud. Midden in de oorlog werden zij toegevoegd aan het 18e Squadron van de Nederlands Indische Luchtmacht, die toen vanuit Australië opereerde.In het Nederlandse landingsvaartuig bleken van de zes marinemannen drie mariniers te zijn gewond. Over hun lot is verder nog niets bekend gemaakt door de marinewoordvoerders in Hollandia.
De radio van de LCPR functioneerde ook na de Indonesische aanval en alarm kon worden geslagen. De Indonesische luchtmacht heeft vrij spel rond de westelijke eilanden, omdat het vliegbereik van de de op Biak gestationeerde Hawker Hunter straaljagers niet voldoende is om dit deel van Nieuw-Guinea te beschermen.
50 km
Voor de aanval van het landingsvaartuig op Gag hebben de Indonesische bommenwerpers het Nederlandse luchtruim over minstens 50km moeten binnenvliegen. Het landingsvaartuig is bewapend met mitrailleurs van 12.7 mm, die niet geschikt zijn om luchtdoelen te bestoken. De chef-staf operatiën van Indonesië generaal-majoo Achmed Jani, heeft brigade-generaa; Soeharto in Makassar, die de West-Irian operatiën lijdt , om inlichtingen gevraagd over de berichten over een Indonesische luchtaanval.
De Indonesische minister van Buitenlandse Zake Soebandrio vernam het bericht van de Indonesische aanval in zijn woning, waar hij juist een gesprek voerde met zijn Moskouse ambassadeur Adam Malijk, die van het geheime vooroverleg bij Washington naar Djakarta was overgevlogen voor overleg met zijn regering. Soebandrio weigerde enig commentaar.
Maandag 26 maart 1962