WOENSDAG 14 maart 1962
WASHINGTON ( Reuter, AP ) De Verenigde Staten hebben voorstellen aan Nederland en Indonesie gezonden betreffende eventuele bijeenkomsten ter bespreking van hun geschil over westelijk Nieuw-Guinea, zo heeft het Amerikaanse departement van Buitenlandse Zaken gisteren officieel laten weten.
De boodschappen zijn de afgelopen 24 uur verzonden, aldus de woordvoerder van het ministerie, Jseph Reap. Zij hebben betrekking op de aanwezigheid van een derde partij bij de Nederlands-Indonesische besprekingen.
'' Wij hebben goede hoop dat binnenkort een bijeenkomst van beide partijen zal worden gehouden'' zo zei Reap. '' Wij blijven alles doen wat wij kunnen om een vreedzame oplossing van het geschil te bevorderen''. Voor zover hij wist was er nog geen antwoord op de boodschappen uit Djakarta of Den Haag ontvangen.
De boodschappen zijn verstuurd door de waarnemend minister van Buitenlandse Zaken, George Bail. Het tijdstip van verzending kon volgens Reap zijn samengevallen met de persconferentie van premier De Quay in Den Haag op dinsdagavond.
Reap wilde geen commentaar geven op de vraag of de VS een bepaalde plaats voor de onderhandelingen hebben voorgesteld of een derde partij hebben genoemd die bij de besprekingen aanwezig zou zijn. Op de vraag of Amerika een vierde regering heeft benaderd voor een mogelijke bemiddelaar, antwoordde hij dat dit, voor zover hij wist, niet gebeurd is.
TOEJUICHEN
In Djakarta heeft dr. Soebandrio, de Indonesische minister van Buitenlandse Zaken, gisteren verklaard dat Indonesie een vreedzame regeling van de kwestie Nieuw-Guinea zou toejuichen.
'' Het Indonesische volk bemint de vrede,'' zo zei de minister tijdens een ontvangst tegen leden van zijn staf, ''en als een oplossing van het geschil langs vreedzame weg mogelijk is, zouden wij de kwestie op deze wijze willen regelen, omdat wij geen mensen en materiaal willen opofferen.''
GEEN DEBAT
De Nederlandse Tweede Kamer heeft gistermiddag besloten geen debat te houden over Nieuw-Guinea. De regering was uitgenodigd inlichtingen te geven over de jongste ontwikkelingen door een motie van de heer Burger ( PvdA ). De meerderheid van van de Kamer ging echter mee met een brief die de mister-president aan de Kamer had geschreven en waarin hij zei dat een debat op dit moment niet in het landsbelang zou zijn.
Woensdag 14 maart 1962